Cende en het overduidelijk onafwendbaar einde (8.3)

Het was een duivels dilemma, lieve lezers. Een vraagstuk dat de doorgaans zo eensgezinde redactie verscheurde. Er zijn koffiemokken gesneuveld. Iemand huilde. Want het was een dilemma! Schrijven we (ietwat verlaat) over een liedje dat zichzelf prima kan redden? Schrijven we (ietwat verlaat) over een song die dat hele klein zetje van ons eigenlijk helemaal niet nodig heeft? Ach, jullie lezen het antwoord al. En de tranen zijn inmiddels gedroogd.

Cende heeft ons niet nodig. Cende heeft niemand nodig. Niet als je een liedje schrijft als Bed. De band (huisband van David Blaine’s The Steakhouse in Brooklyn, by the way) bestaat uit Cameron Wisch (ook in Porches), Greg Rutkin (ook in LVL UP), Dave Medina en Bernard Casserly. Die namen ga je overigens niet onthouden. Het liedje wel. Denken we. Al is het maar om die realistische blik van Cameron op een relatie die in de staat van ontbinding verkeert:

Lyrically I wanted to try being super literal, kind of wearing my feelings on my sleeve. I had been listening to a lot of ’60’s music and was inspired by some of the simple and cheesy yet heartfelt lyrics from that time.

Dat horen we. Een langzaam en overduidelijk onafwendbaar einde en het wordt verteld zoals het is.

I’ll get out of the way
Don’t make it easy on me

Wat nou dilemma. Een muziekblog zónder Cende; dat zou pas om te huilen zijn.


Wees de eerste om te reageren

    Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.