Tag: <span>Noah and the Whale</span>

Noah And The Whale mag dan een ex-band zijn, frontman Charlie Fink maakt gelukkig nog wel muziek. Begin juni verschijnt met Cover My Tracks z’n eerste soloplaat en voorproefje Firecracker is meteen een pareltje.

Cover My Tracks -waarop The Staves ook te horen zullen zijn- is niet zomaar een plaat: er zit een hele theaterproductie aan vast. Eigenlijk is dat niet eens zo’n grote verrassing. Na het uiteenvallen van Noah and the Whale in 2013, dobberde Charlie een tijdje zonder plan rond. Wat nu? Redding kwam uit de theaterhoek, toen hij gevraagd werd om de muziek te maken voor het stuk The Lorax. Deze andere manier van werken zorgde ervoor dat de muzikant Charlie Fink zich opnieuw kon uitvinden.

De videoclip van Firecracker is dan ook opgenomen in een (lege) theaterzaal en -zoals het hoort tegenwoordig- direct live gestreamed via Facebook. Zoals we gewend waren van Noah And The Whale luistert ook dit liedje als een kort verhaal. Een favoriet stukje van ons:

I saw your guitar case, asked if you play.
You said, ‘No, that’s where I keep my machine gun. I used to tour with a banjo, but ever since I switched nobody ever asks for a refund’.

En daarbij die strijkers… Ja, heel mooi dit.


Nieuwe muziek

Het was natuurlijk al sinds december 2014 je favoriete band uit Letland, maar dankzij de recente release van Propeller ben je nu helemaal gevallen voor Carnival Youth. Zo ging het tenminste bij ons, na het horen van de vreselijk fijne single ‘Surf‘.

Europees gezien heeft Carnaval Youth al wat borders gebroken: begin 2016 ontvingen ze een EBBA award voor het internationale succes van hun eerste release, de prima plaat No Clouds Allowed. Stonden ze ineens in Groningen op een podium met Jools Holland en negen andere EBBA winnaars van dat jaar, zoals Aurora, SOAK, Kovacs en Oscar & The Wolf (en het publiek koos Carnival Youth uit dat rijtje ook nog eens al favoriete winnaar – nog een prijs).

En dan moet je door. En is de “altijd lastige tweede” ineens nog belangrijker. Voor de buitenwacht dan, want als je dat nieuwe album Propeller een draaibeurt geeft, hoor je meteen dat Carnival Youth nog beter is geworden in het schrijven van wat ze zelf “indie-hits you can’t get rid of” noemen. Ja, dit kan weleens je favoriete zomerfestivalband worden.


Nieuwe muziek

Vandaag beginnen we de dag met een quizje. Noem een band uit Letland. Songfestival-inzendingen tellen niet mee. Lastig? Vonden wij ook. Maar tot onze grote verrassing komen de gasten van Carnival Youth uit Letland. Haast on-Lets goed.

Goed, 10 punten dus voor de afkomst. En de muziek? Die scoort ook lekker. Carnival Youth maakt namelijk fijne indie / neo-folk. Deze bundelden ze op hun eerste EP’tje, Never Have Enough (2014). Live mochten ze hun kunsten al vertonen op festivals als The Great Escape en Reeperbahn Festival. Vergelijkingen met Bombay Bicycle Club en Noah and the Whale zijn snel gemaakt. Maar als je het ons vraagt heeft Carnival Youth iets extra’s. We vermoeden dus dat we nog veel zullen horen van onze Letse vrienden. Of niet natuurlijk, dan hebben we het mis.

Heel veel meer is er niet te vinden online. Dat lijkt ons een mooi moment om er maar eens een deuntje in te gooien. Meest recente single is Octopus. Dat liedje blijft maar in ons hoofd zitten, dus vandaar de meer dan verdiende plek op ons scorebord. Overigens ook eervolle vermeldingen voor Never Had Enough en Brown Eyes and All the Rest.

Nieuwe muziek