Categorie: <span>Misschien wel het mooiste liedje van…</span>

Daar zongen we, om het hardst

In een vol café kwam ik een vriend van vroeger tegen. Hij had het gehoord. Van het ongeval. Van het gemis. Want in een dorp blijft het altijd net wat langer vers. Nu zag ik ook anderen naar onze stamtafel kijken. Naar dat hechte clubje dat plots eentje minder telde.

‘Dat jij hier bent, joh.’

Well, it’s been months since you’ve been gone.

Er gingen eerst uren voorbij en daarna dagen. Eerst waren er slapeloze nachten en droeve woorden. Eerst was er verdriet. Maar daarna kwamen er plannen, voor een groots en meeslepend leven. En toen stonden we uiteindelijk gewoon weer in onze kroeg. Zoals altijd.

Well, it’s been months since you’ve been gone.

Na sluitingstijd gingen we af en toe naar het graf. Daar stonden we, in de nacht, met een biertje en een discman in de hand. Daar zongen we, om het hardst.

They say you’ve gone
Away to a better place
But what better place then here with me

(Sommige onderwerpen zijn onuitputtelijk. Dat is een zegen en een vloek. Travelling Songs, van de Schotse band Broken Records, gaat over verlies. Het verpletterende besef dat je iemands stem nooit meer gaat horen. Het staat niet op een studioalbum; het is het b-kantje van single Lies. De versie die je hoort is opgenomen op het strand van het eiland Lewis. Toepasselijk. Als je naar de tekst luistert. En je hoort ook nog eens de wind.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Zoals het laatste liedje in een film

Claire, mijn jeugdliefde, hield een Colt .45 in haar hand. Het einde van de film was nabij. En ik, de jonge journalist, schudde een ronkende recensie uit mijn mouw voor het studentenkrantje. Een recensie die schromelijk onbesproken bleef.

Wake… from your sleep

En toen ging er iemand dood, stond ik ongewild op de drempel bij een logopedist en interviewde ik buurtbewoners op de stoep voor Christine Le Duc. Ik faalde, probeerde opnieuw, maar verloor toen al een liefde. In de trein, op weg naar de herkansing, wist ik het eigenlijk al wel.

Pack… and get dressed

Er was een slaapbank, een tafeltje en een pan. Die aanhanger was achteraf niet nodig geweest. Ik trok de deur achter mij dicht. Exit. Zoals het laatste liedje in een film.

Breathe
Keep breathing

(Regisseur Baz Luhrmann stuurde de laatste 30 minuten van zijn film op en Radiohead schreef daar Exit Music (For a Film) bij. Op verzoek van de band kwam het uiteindelijk niet op de soundtrack terecht, want het nummer diende al snel een groter doel: OK Computer.

En natuurlijk, het gaat over Romeo en Julia. Maar ik denk vooral aan een onbevredigend hoofdstuk in een boek waar je net aan begonnen was. Het was klaar. Einde. Exit.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Zonder haar

De eerste keer dat hij haar zag. Hij stond voor café De Rustende Jager en wachtte op een vriend die een ongelukje uitwiste op het toilet. De nacht moest nog beginnen. Vierentwintig uur later pakte hij aarzelend haar hand en liepen ze tevergeefs naar het strand.

Sweetheart, what have you done to us?
I turned my back and you turned to dust

De eerste keer dat hij haar zag. Hij beloofde haar een verhaal, want dat was alles wat hij op dat moment te bieden had. Hij schreef het die zomer, in de duinen, op een bewolkte dag. Het ging over een man, de zee en een handvol herinneringen. Hij kreeg er een tekening voor terug.

And if all you wanted was songs for you
Well here goes, after all that you’ve put me through
Here’s one for you

De eerste keer dat hij haar zag. Hij lag even daarvoor een tijdje op zijn rug in het gras. Zorgeloos. Met een sigaret in de lucht. De wereld draaide toen ook gewoon. Zonder haar.

(Keaton Henson zei er dit over: ‘A song about someone you don’t know. You’ll just have to trust that she hurts like hell.’ En dat hoor je. Dat voel je. Verdriet en breekbaarheid op zijn mooist.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Bij de eerstvolgende zucht

Het was hartje zomer in een onbekende plaats en ik zat in een stoel voor een raam, in een onbekende slaapkamer. De geluiden vanuit het vreemde bed werden overstemd door nachtelijk geschreeuw op straat. Kermis in de stad.

In the middle of the summer
I’m not sleeping cold wind blowing

Ik keek een tijdje naar de lichtreclame aan de overkant. Ik moest weg hier, maar ik was dronken en met anderen. Niet dat ik gemist zou worden; ik zat al een tijdje in die stoel. Ik stond op en hing even uit het raam. Muziek en wind.

There’s music on the station
And I’m just listening to cold wind whistling

Naast mij werd een lichaam van een beha ontdaan. Bij de eerstvolgende zucht liep ik de kamer uit. Frisse lucht. Ik moest weg hier. Voor altijd. Dat was beter misschien. In de tuin, bij de vijver, zocht een jongen naar zijn bril.

Hey hey hey
Something ain’t right

(Cold Wind staat niet op een studioalbum van Arcade Fire. Het singletje verscheen tussen Neighborhood #3 (Power Out) en Rebellion (Lies) en stond daarvoor al op een soundtrack; Six Feet Under, Vol. 2: Everything Ends. Puike tv-serie, hoor. Indrukwekkend rijtje songs ook op die soundtrack.

Maar geen van allen zo sfeervol en toch zo desolaat als Cold Wind. Het ademt de sterke wens om (even) voor altijd te verdwijnen. Want iets is er niet goed. En vergeet de doden niet.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

And together we will rise

Tussen Arezzo en Santa Fiora lieten we de raampjes van de Mazda zakken. De snelweg lag links, de zon stond laag en de warme lucht sloeg flarden in de zorgvuldig samengestelde vakantie-cd’s. In de rechter buitenspiegel zag ik hoe jouw hand speelde met de wind.

Sometimes we will fall
From the light
But it shines on us tonight
And together we will rise

Ik lag met mijn rug in het gras van St. Stephens Green. We hoorden kinderen spelen en studenten lachen. De rondreis duurde langer dan verwacht en eindigde in dit befaamde park. We lazen. En vanachter mijn boek zag ik hoe onder jouw vingertoppen de bladzijden zachtjes bewogen in de wind.

And surely it’s a sign now,
That everything’s in tune to some kind of higher plan

Het rood en wit wapperde tegen een strakblauwe lucht terwijl wij keken naar de meeuwen boven de Femern Bælt. Wij tweeën. Voor even nog. We maakten een foto. Ik met mijn krullen en dat leuke jasje. Jij met jouw lippen op mijn wang. En nu pas zie ik hoe mooi de wind door je haren ging.

The wind is at my side
And so are you
And together we will rise

(Rick zei ooit; dieper dan dit gaat de liefde niet. Het zal vast eens minder gaan, maar together we will rise. Glen Hansard beleeft liefde en leven met een ongeëvenaarde intensiteit. Alleen, met The Frames of met Markéta. Dit liedje komt van album The Cost; nog altijd het laatste studio album van de Ierse band.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Het donker, de aftocht en de nacht

En toen vertelde ik een slechte grap. Want het ongemak spatte er inmiddels wel van af. Hoewel. Misschien dat alleen ik daar last van had. Ze was namelijk mooi en bezet en toch mocht ik met haar mee die nacht.

When it’s late at night
Feeling not quite right
Don’t let it slip away again

Ik zocht gehaast naar een beetje bravoure, branie, brutaliteit. Het was misschien nu of nooit. Maar de paniek laaide op en ik dronk de gloeiend hete koffie veel te snel. Ze stond op en liep naar de deur. Alles was verloren. Daarachter wachtte het donker en de aftocht.

Nonchalant leunde ze nog even tegen de deurpost. Glimlachend, met haar ogen een beetje gesloten. Maar ik durfde niet. Ik gaf haar een zoen op de wang en zei gedag. Bij de eerste stappen maakte ik mijzelf wijs dat het beter was. Maar het werd natuurlijk een lange, slapeloze nacht.

Dream your dreams forever


(The Sheer in de feesttent van Reetveerdegem. Zoiets zien we op het albumhoesje van The Keyword Is Excitement!. Het is bijna een belediging voor het mooie Stay Awake. Dat gaat over een slapeloze, verwarrende nacht. Omdat je een kans hebt gemist, iets over het hoofd hebt gezien of misschien niets is wat het lijkt. Of juist wel, maar dat werkt dan weer verlammend en dan weet je het niet meer en heb je eigenlijk veel liever dat het voor altijd een droom blijft.

The Sheer is overigens officieel nooit gestopt. Maar is ook nooit verder gegaan. Zanger Bart van Liemt werd ernstig ziek, kreeg een nier van zijn moeder, kwam er bovenop en werd de stem van Baskerville. Nu is hij Bade en zijn nieuwe single is uit; Little Things)

Misschien wel het mooiste liedje van...

De witste jongen ooit

Daar stond ik, op het vliegveld, met die achterlijke rode trui aan en die zelf gelijmde schoenen. Wachtend. Iemand maakte foto’s en ik zag er gelukkig uit, ondanks die trui, ondanks die schoenen. Want de witste jongen ooit kwam terug.

“Taking on responsibility knowing it will weigh you down.”

Hij pakte op een dag zijn spullen en vertrok. Zo voelde het. Hoewel hij natuurlijk alles minutieus had voorbereid. Zo is hij. En toen maakte hij vrienden, hoorde hij Hurricane in een taxi en reed hij ergens een auto aan gort. Hij zag de gaten in zijn schoenzolen, terwijl ik mij schuil hield voor de wereld in een bruin café.

“Freedom is a possibility only if you’re able to say no.”

Man, ik had hem gemist. Maar dat merkte ik pas terwijl ik op hem wachtte. Hij was niet veel veranderd. Zijn huid nog net zo wit. Zijn hart nog net zo lief. Maar wijzer of zo. En op een mooie avond liet hij mij horen wat de reis nog meer had gebracht: The Whitest Boy Alive.


(In 1517 spijkerde Martin Luther een document met 95 stellingen op de deur van de katholieke kerk in Wittenberg. Niet dat er sluitend bewijs is voor die gebeurtenis, maar een mythe is ook mooi. Martin wilde de handel in ‘aflaten’ aan de kaak te stellen. ‘You’ve payed your dues, you’re free, of what are you afraid’, zingt Erlend Øye.

Maar ik denk bij 1517 aan de witste jongen ooit. Hoe hij verantwoordelijkheid nam, hoe moeilijk soms ook. Hoe hij de mogelijkheid greep en iets deed. Alles waar ik nog niet eens over durfde te dromen.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Nooit meer in een eeuwigheid

Aan het minuscule eettafeltje, in het minuscule keukentje, prikte ik wezenloos tussen de lauwe rode bieten. Het was voorbij. Alweer. Het was voorbij en dat zag ik de avond ervoor, toen zij veel te lang danste met die jongen die naar een optreden van The Pogues was geweest. Dat wist ik want hij hield een concertposter in zijn hand. Sindsdien spraken we geen woord. Wat volgde was een laatste avondmaal.

“I see we’re similar
But I’ve never thought much about it”

Het waren 18 mooie maanden. Of misschien 17 dan, maar toch minstens 16. Dacht ik. Een paar weken later ontving ik een lange brief van haar, waarin al dat moois met verbetenheid werd gereduceerd tot een kwartaal. Het kwam niet meer goed. Never in a month of sundays. Maar wat ik erger vond; over die jongen met die poster geen enkel woord.

“I-I see we’re similar
But I can’t take it all from you
Unless you want me to”


(Month of Sundays is het wonderschone antwoord van Joseph Mount op een al dan niet bestaand liedje dat een ex-vriendin over hem schreef. “Someone once suggested that a song had been written about me by a disgruntled ex-girlfriend. I’m not sure if it’s true. But, if it is, this is my response to her and it.”)

Misschien wel het mooiste liedje van...