Uit de vergetelheid: Japan en een van de meest innovatieve albums van het decennium (1981)

Tim Burgess, zanger van The Charlatans, lanceert het concept tijdens de eerste lockdown. Tim’s Listening Party. Het idee is simpel: samen tegelijkertijd naar muziek luisteren, thuis op de bank, terwijl de artiest in kwestie je op Twitter meeneemt door het album. Lied voor lied, tweet voor tweet.

Op 6 maart krijgen we de kans om samen met Steve Jansen te luisteren naar het in 1981 uitgekomen Tin Drum van Japan. Wat mij betreft een van de meest innovatieve albums van de jaren tachtig. Voor degenen die altijd op zoek zijn naar nieuwe muziek en daar ook daadwerkelijk voor openstaan, werkte Tin Drum in 1981 enorm verfrissend.

Als ik de plaat als tiener voor het eerst beluister, denk ik in eerste instantie nog dat deze muziek van een ander continent afkomstig is. Het klinkt allemaal zo anders en zo vreemd, maar tegelijkertijd intrigeert het me enorm. Sommige nummers zijn zelfs geschikt voor de dansvloer, alhoewel velen daar met mij van mening over zullen verschillen.

Mick Karn introduceert het structureel gebruik van de fretloze bas in hun muziek. De subtiele soundscapes van Richard Barbieri maken indruk. Vaak mysterieus, dan weer Oosters getint. Steve Jansen laat zijn drums, naar analogie van het gelijknamige nummer op de plaat, werkelijk spreken. Gezamenlijk creëren ze het fundament voor de prachtige vocalen van David Sylvian.

De band lijkt beïnvloed door Ryuichi Sakamoto van het Japanse Yellow Magic Orchestra, die op hun eerdere album Gentlemen Take Polaroids (1980) nog met ze samenwerkt. Achteraf blijkt het hun laatste album te zijn. De latere reünie onder de naam Rain Tree Crow levert nog mooi materiaal op, maar illustreert vooral dat de heren het niveau van Tin Drum niet meer evenaren.

Dit bericht verscheen eerder op Luistertips.