Gobsmag Posts

Toeval, dat is waar het derde album van Jonah Tolchin zijn naam aan dankt. Komt-ie: Jonah Tolchin groeide op in New Jersey, op Clover Lane om precies te zijn. Zijn ouders kochten dat huis in 1996. Fast forward naar 2012. Producer Marvin Etzioni bezoekt een show van Tolchin in LA. Niet veel later duiken de twee in Nashville de studio in. Volg je het nog? Vast wel, maar nu moet je goed opletten. Jonah en Marvin hebben een gezamenlijke vriend, singer-songwriter Alex Wright. Op een feestje loopt Tolchin een zekere Anna tegen het lijf. Het blijkt dat Anna in exact hetzelfde huis op Clover Lane woonde. Haar ouders verkochten het huis in 1996 aan, jawel, de ouders van Tolchin.

Long story short: het nieuwe album van Jonah Tolchin heet Clover Lane en is net een paar maandjes uit. Wij vinden het een fijne plaat, anders las je dit nu niet. We zijn echter niet de enigen die er zo over denken: “A promising new artist who artfully occupies the gulf between old-school tradition and contemporary appropriation.”, zegt bij NPR en Mojo Magazine spreekt over “adding raw, punk brio to a folk-blues template.”

Wij genieten het meest van Tolchin in uitgeklede vorm. Muzikaal, that is. Verrukt waren we dan ook met de Cardinal Session die hij onlangs opnam. En dan met name de track Mockingbird. Fans van Jason Isbell, Steve Eearle en Chuck Prophet zitten goed. Luister maar:

Nieuwe muziek

Dus trokken we die nacht langs kroegen en grachten

Dorstig. Dat waren we. Naar liefde, naar vrijheid, naar drank. Die cijfers? Konden ons gestolen worden. Zeiden we. Ik stond op de uitkijk terwijl iemand ongemerkt een aantal flessen drank ‘vond’ achter de bar.

Het eindexamenfeestje was benepen en verstikkend. Vonden we. Dus trokken we die nacht langs kroegen en grachten, hardop dromend en gelovend dat er nooit een morgen kwam. Alles was vandaag en niets kon wachten. We waren zonen en dochters van hongerige geesten.

“Now we’ll say it’s in God’s hands
But God doesn’t always have the best goddamn plans, does he?”

De dag kwam toch. De flessen dreven in het water. De dorst bleef. En in die ochtendstond kon ik aan niets anders denken dan aan die leraar die tijdens het laatste examen op mijn antwoordenblaadje keek. En hoofdschuddend lachte om wat hij zag…

De dolende jeugd.

Spencer Krug zag zijn (en mijn) generatie als ‘Dear Sons and Daughters of Hungry Ghosts’; nazaten van peta’s, geesten in een boeddhistische kosmos. Met, zoals hij het zegt, ‘Insatiable thirsts, and hunger for whatever…’.

(Het nummer verscheen in 2004 op Wolf Parade (6 songs EP). Die moet je hebben. Want de gepolijste versie die een jaar later op het debuutalbum terecht kwam (Apologies to the Queen Mary), heeft duidelijk aan intensiteit ingeboet.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Op 18 november verscheen met Colony Of Beas een nieuw album van het Amerikaanse duo Beta Radio. Single East Of Tennessee is een prima liedje.

Beta Radio is zo’n band die van ver komt. Geen platenmaatschappij, weinig tot geen exposure op grote radio/tv-stations, maar wel een steeds grotere aanhang die hun muziek ontdekt via het almachtige internet. Op die manier kreeg het in 2010 verschenen debuutalbum Seven Sisters uiteindelijk wel het publiek dat het verdiende en dat is alleen maar mooi.

Twee jaar lang en in diverse opnamestudio’s hebben Benjamin Mabry en Brent Holloman gewerkt aan opvolger Colony Of Beas. Die extra werktijd is hoorbaar: het nieuwe album klinkt beter uitgewerkt en gelaagder dan het charmante debuut. Luister daarvoor alleen al maar naar prachtliedjes als White Fawn, First Began, Sitting Room, Take My Photograph, Kilmanjaro én de huidige single. Yup, de hoogste tijd voor some serious airplay.


Nieuwe muziek

IJsland ken je natuurlijk van Kolbeinn Sigþórsson en goede muziek. Wat te denken van Bjork, Asgeir en Sigur Ros? Iets minder bekend, maar niet minder mooi is Low Roar. Oké, dat is niet helemaal eerlijk. Zanger Ryan Karazija komt namelijk gewoon uit Amerika, maar liet zich inspireren door het IJslandse landschap.

Hoogtepuntje van eerste plaat Low Roar (2011) is wat ons betreft Just A Habit. Op de opvolger, 0 (2014) gaat de band verder waar het gebleven was en combineren ze dromerige folk met elektronische invloeden en een flinke dosis Radiohead. De sfeer is typisch IJslands, maar doet ons ook denken aan Other Lives en misschien wel een beetje Bon Iver. Niet enorm toegankelijk, maar niet minder fascinerend.

Afijn, genoeg namedropping. De helden van KEXP nodigden Low Roar uit voor een sessie in de studio en het resultaat is verbluffend. Stop what you’re doing en luister even naar Easy Way Out. Maar niet voor we je nog een kneiter van een tip hebben gegeven: vorige week had je Low Roar kunnen bewonderen op Crosing Border! Geen paniek, je krijgt een herkansing in januari, wanneer de heren op Eurosonic staan.

Nieuwe muziek

Via via via ontdekten we onlangs in de bandnaam Spotify I Am The Sky. De 26 minuten durende langspeler die we daar aan klikten, The World Doesn’t Need Another Record, staat sinds die tijd op repeat. Liedje Half A Man is onze favoriet.

En dan ga je dus, als echte muziekjournalist, op zoek naar wat informatie bij je bekende bronnen. Na enkele verkeerde Facebookpagina’s te hebben bezocht, vonden we eindelijk een online plekje van I Am The Sky: een Tumblr blog.

En dan blijkt achter de naam I Am The Sky de 24 jarige Jesse Daniel Smith te zitten. Deze alleskunner uit Montreal is naast gevoelige-muzikant-met-baard-en-geweldige-stem-met-randje ook nog eens fotograaf en filmmaker.

Smith biedt het hele album The World Doesn’t Need Another Record gratis ter download aan op Soundcloud en daar lezen we hem ook commentaar geven op de liedjes. Zo schrijft hij over prachtige opener Flame and Snow: “Sometimes I get too eager to wait for life to happen so I write songs about the future.” En die toekomst kan weleens heel mooi voor hem gaan worden…


Nieuwe muziek

Het zelfgetitelde debuutalbum van The Lone Bellow kwam al in 2013 uit, en scoorde toen o.a. een dikke vette 9.4 in Paste Magazine. Zo hoog gaan wij niet, maar wat een fijne plaat was dat!

De band uit Brooklyn New York draait voor een groot deel om emotie. Goed, dat gaat vast ook wel op voor 50 cent (als de club sluit) en Snoop (als de stuff op is), maar wij geloven The Lone Bellow echt. Allemaal leuk en aardig, maar jullie willen vast wat duiding. Komt ie: country, rock, americana en folk. Prima passend in tradities van The Head and the Heart, The Lumineers, maar vergeet ook The Civil Wars niet. Zelf soul is van tijd tot tijd van toepassing.

Goed nieuws, The Lone Bellow komt begin 2015 namelijk met een opvolger, geproduceerd door niemand minder dan Aaron Dessner (je weet wel, hij zit in een bandje dat The National heet). Er zijn al twee liedjes vooruitgestuurd. Vorige week verscheen Fake Roses op single. Erg fijn nummer, maar we kiezen voor een onlangs uitgebrachte live-versie van Then Came The Morning als scorebord-materiaal. Horen we daar wat Simply Red? Daar kun je natuurlijk wat van vinden, maar die emotie jongens, die emotie.

Nieuwe muziek

Na uren op de dansvloer

Eigenlijk had hij een gruwelijke hekel aan dat nummer. Maar op één of andere manier was het hún nummer geworden. Elke zaterdagavond zochten ze elkaar op, na het horen van dat korte, kenmerkende intro. De uren op de dansvloer waren dan niet voor niets geweest. Hij kreeg bijna tien minuten met haar, want de dj draaide het theatrale lied altijd helemaal. En haar vriend was er nooit.

Ze zong hard. Schreeuwen was het meer. Ze danste daarbij uitgelaten. En hij deed maar een beetje mee, balancerend op de grens van schaamte en laisser faire. De kans op een eenzame aftocht naar huis was te groot voor een totale overgave. Tijdens het verslag van de honkbalwedstrijd dwaalden zijn gedachten af. Naar iets moois. En als het stil was geweest had hij in haar oor gefluisterd:

Somehow I like you.
In some ways I want you.
Somehow I like you now.

In het verstilde He Said, van de Berlijnse band Dominique, worden deze woorden als een mantra herhaald. Verwachtingsvol wellicht, misschien tegen beter weten in. Maar het moet gezegd. Het kan maar beter gezegd.

(Het verhaal van Dominique leest overigens als een goed verzonnen biografie. Misschien is het dat ook wel. Want als schrijver Ingo Niermann op een vlooienmarkt de single Money I Want More koopt, vindt hij daarin een flink aantal bankbiljetten. Het lijkt hem een goed plan om dat geld te herinvesteren in muziek en hij vraagt Dominic Eichler om een album op te nemen. Speak To Me, met daarop He Said, krijgt een gelimiteerde oplage en een cultstatus. Meer moois van dat album: Venice, Goodtime en Great Space.)

Misschien wel het mooiste liedje van...

Binnenkort verschijnt met Kiss Fight Dance een nieuw EP van de Eindhovense band Trip To Dover. Single Lifelong Lovesong is al een tijdje uit, maar nog altijd belachelijk catchy.

Eindhoven dus, maar toch niet helemaal. Trip To Dover werd namelijk opgericht in het nog altijd Britse Brighton door de inmiddels met elkaar getrouwde Olga (zangeres/gitariste) en Johannes Taal (toetsenist). Ze brachten daar twee EP’tjes en een langspeler uit, maar staken daarna met de verhuiswagen het kanaal weer over.

Nieuwe EP Kiss Fight Dance is geschreven in de nasleep van Trip to Dover’s terugkeer naar Nederland, vanwege het verlies van drie naaste familieleden aan kanker. De titel staat dan ook voor verschillende manieren om met tegenslagen en het leven in het algemeen om te gaan.

Inmiddels heeft Trip To Dover de halve wereld al gezien, van Duitsland en Groot-Brittannië tot de Verenigde Staten. En ook nu weer staat er een flinke tour gepland door binnen en buitenland. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat het nieuwe EP’tje in maar liefst drie plaatsen wordt gepresenteerd: Hamburg, Brighton en natuurlijk Eindhoven (28/11).


Nieuwe muziek