Uit de vergetelheid: De kille electro van Vincent Clarke en de hartstochtelijke zang van Alison Moyet (1982)

Als een van de oprichters van Depeche Mode is Vince Clarke in 1981 verantwoordelijk voor bijna alle teksten en alle muziek op het eerste album Speak And Spell. Liedjes als Just Can’t Get Enough en New Life worden meteen grote hits in Engeland. Het besluit van Clarke om na het debuut de band te verlaten, komt dan ook als een flinke klap voor de achterblijvers. Na zijn vertrek richt hij, samen met Alison Moyet, de band Yazoo op.

Uiteraard ben ik als liefhebber van Depeche Mode benieuwd wat deze nieuwe band zal gaan brengen, maar de release van debuutsingle (en megahit) Don’t Go doet mij niet meteen besluiten om het album te kopen. Pas later, als ik wat meer materiaal van Upstairs at Eric’s (1982) heb beluisterd, begin ik de plaat te waarderen. Er valt veel te ontdekken.

De hartstochtelijke zang van Alison Moyet, die rechtstreeks uit de jazz en de blues lijkt te komen, vormt een perfecte combinatie met de kille elektro van Vince Clarke. Moyets stem is een instrument op zich, met een indrukwekkend bereik. Op Upstairs At Eric’s geeft ze dan ook een overtuigend visitekaartje af.

Het album bevat energieke elektro, door de blues en soul geïnspireerde meezingers, maar ook ijzig, elektronisch minimalisme met een vleugje avant-garde. Hoogtepunten van het album zijn Winter Kills, Too Pieces en In My Room.

Na opvolger You And Me Both (1983) houdt Vince Clarke het wederom voor gezien. Het betekent het einde van Yazoo. Alison Moyet gaat solo en Clarke begint met Andy Bell de band Erasure. Voor degenen die naast de reguliere albums op zoek zijn naar meer van de band, is er de box In My Room. Hierop is echt alles van Yazoo verzameld.

Dit artikel verscheen eerder op Luistertips