Too Many Peachtree Streets bracht 2 weken geleden met No. 72 een erg fijn album uit. Een van de lekkerste tracks vinden we Walls. Wie? A new jam band founded at jams in and around Marietta, Georgia.
De FB teller staat op nog geen 100 likes, veel te weinig wat ons betreft. Ga dat luisteren, mensen!
En toen kwam Laurens op bezoek en dronken wij biertjes (van die lekkere blonde) in de tuin, want het was nog warm buiten en het bleef best lang licht en buurman Koos vind altijd alles best, dus we bleven gewoon zitten, ook toen het donker werd. Veel te lang dus. Veel te drank dus. De volgende ochtend voelde zoals prachtnummer Blackout van Ryan Pollie klinkt: wollig met hier en daar een steek.
Ryan ken je misschien van Los Angeles Police Department. Onder die naam bracht hij met redelijk succes twee albums uit. Maar zijn nieuwe materiaal werd nogal beïnvloed door liedjesmakers uit de jaren ’70. En toen was het behoorlijk not done om je te verstoppen achter een bandnaam of een pseudoniem. Kwetsbaarheid kon je alleen tonen door jezelf te zijn. ‘I just found that really appealing – like I don’t have to be selling something, it’s just me.’
Blackout schreef Ryan de dag na een uit de hand gelopen verjaardag van een vriend. Het gaat dus over het noodzakelijkerwijs uitstellen van plannen en het berouwvol opbellen van vrienden. Het gaat over je vies voelen. Vol zelfmedelijden en spijt. ‘I think I need to call my friends and apologize. I’m feeling kinda gross.’ En het fijne is; Ryan zingt erover zonder stichtelijk woord. Zonder agenda. Gewoon. Zoals zo’n dag voelt. En dat herkennen wij maar al te goed.
Song: Belle Adair - Get Away Album: Tuscumbia (out now)
Vijf jaar na hun prima debuut The Brave And The Blue, kwam het uit Alabama afkomstige Belle Adair begin 2018 terug met een heerlijke opvolger: Tuscumbia. Geweldige single ‘Get Away’ opent niet alleen die in de beroemde FAME studio in Muscle Shoals opgenomen plaat, maar zet ook meteen de toon en laat er geen twijfel over mogelijk dat Teenage Fanclub, Big Star en The Byrds in de kast staan bij de band. Grootste verschil met de eerste worp: Tuscumbia is een echte bandplaat geworden. “On the last record, I was just sitting there with my acoustic guitar and not even thinking about how the songs might be recorded, but this time I was really able to write to the strengths of the other guys,” vertelt frontman Matthew Green.
De bandleden van Belle Adair hebben in die 5 jaar afwezigheid zeker niet stilgezeten. Green ging eerst mee op tour in de band van Dylan LeBlanc (“I quit my day job and went on the road with him”), daarna met Belle Adair als begeleidingsband van Alabama legende Donnie Fritts, om vervolgens nog eens anderhalf jaar door te reizen als band voor John Paul White van The Civil Wars. Vlieguren maken, noemen we dat.
Enkele nummers op Tuscumbia, vernoemd naar de plaats waar Green is opgegroeid, gaan dan ook over continu van huis zijn. “It always takes time when you get back home to feel normal,” zegt Green, “but as soon as you feel normal, it’s time to leave again. It can be hard to feel balanced because you can’t always just hop right back into life, and these songs deal with trying to navigate through that with someone else and be honest about the process.”
Meer eerlijkheid op het album door de vele vragen die Green stelt, zonder ze echt proberen te beantwoorden. Hij vermoedt dat het een manier was om alle aankomenden veranderingen in z’n leven (hij stond op het punt te gaan trouwen) te verwerken. “I think I was working through the fear and anxiety and, God forbid, happiness, that came with it,” aldus de frontman.
Het sterke ‘Get Away’ begon als een oefening, vertelt Green aan Paste Magazine. Of het mogelijk zou zijn om een instrumentaal refrein te kunnen schrijven. Het werd iets compleet anders toen ze het gingen repeteren voor de nieuwe plaat. “The song came quickly and fully formed, and immediately, it felt like a deep dive into fresh musical territory for the band,” legt Green uit. En daar gaat het liedje ook over, benadrukt hij: “Letting go of your anxieties and personal hangups and putting yourself on the line for someone else, regardless of your prospects for success or failure.”
Song: Disgusting Beauty - Half of Me Album: t.b.a.
Het zou niet onze eerste keuze zijn voor een bandnaam, Disgusting Beauty. Maar eerlijk is eerlijk, de nadruk ligt op beauty. Liedje Half of Me is een The Doors (Crawling King Snake?) meets Matt Berninger-achtig avontuur. Donker, melancholisch, en ook een beetje romantisch. De mannen komen uit Berlijn, dus we hebben goede hoop ze dit jaar eens in Nederland te kunnen verwelkomen. Live, met visuals, lijkt het ons namelijk helemaal te gek.
Uit Schotland komen de mannen van Sahara. Uit Dundee, om precies te zijn. Met liedje Never Get The Time leveren ze een regelrechte indie-kneiter af. Past prima in een rijtje met Interpol, DMA’s en Arctic Monkeys.
En dan is het natuurlijk wachten op een plaat. Kunnen we tot op heden nog niks over vinden. Het kan zijn dat de mannen te druk zijn met studeren. Want op de vraag What Do You Do antwoorden ze:
“Attempting to balance our musical ambitions with studying for degrees in Philosophy, Neuroscience, Music and an electrician apprenticeship.”
Prima, dan wachten we even. Maar niet te lang hoor!