Scott Kirby heeft Something To Move. En wij ook. We horen namelijk een extreem catchy, bluesy liedje. Qua stijl lijkt het een beetje op Nathaniel Rateliff en Chris Stapleton (maar iets minder whiskey) Een nieuwkomer is Scott, met 9 albums, niet. Maar hey, wat maakt het uit. Goed is goed, nietwaar?
Gobsmag Posts
Bill Ryder-Jones kende je van The Coral, waar tot 2008 de leadgitarist was. Gelukkig bleef hij in de muziek: naast sessiewerk voor oa Arctic Monkeys, Alex Turner, Graham Coxon en Paloma Faith, produceerde de debuutalbums van The Whytches en Hooton Tennis Club. Vanaf 2011 maakt hij ook soloplaten en afgelopen vrijdag verscheen zijn vijfde: Yawn. Single ‘Don’t Be Scared, I Love You’ is een geweldige reden om die plaat te checken. Over checken gesproken: 28 november speelt-ie in Paradiso-Noord, in het voorprogramma van Gruff Rhys (frontman van Super Furry Animals).
Royal Headache is niet meer en dat deed even pijn. Komt vooral door Another World. Maar dingen gaan nu eenmaal voorbij. Soms te vroeg, soms te laat. Maar er komt ook altijd wat nieuws. Shogun And The Streets bijvoorbeeld. Dat is de nieuwe band van voormalig Royal Headache-frontman Tim Wall (hij noemt zich Shogun) en op eerste single Pissing Blood verloochent hij alle punk en bullshit van zijn vorige band.
I know where I’m going
I just don’t know where I’m from
Misschien paste Tim eigenlijk nooit echt bij Royal Headache. Met zijn romantische teksten en zijn neiging om die ouderwets te croonen. Maar, zoals Noisey schreef; ‘He didn’t make any sense, which made him the perfect frontman for a band that didn’t make any sense, either.’ Dat is dus voorbij. En punk is voor kinderen, zegt hij nu. Dus maakt-ie nu wat hij al heel lang echt wil. Vintage soul. Hoewel de andere kant van deze 7” nog altijd als een royale hoofdpijn klinkt.
In interviews lijkt het erop dat het succes van Royal Headache meer een vloek dan een zegen was. De band is ontploft. Dat weet iedereen. Het afscheid werd aangekondigd in een negencijferig Facebook-bericht: 2008-2017. Over het waarom wil Shogun niet praten. Uit respect. En dat zegt genoeg. Het is een pijnlijk plasje. Maar ook de dood levert prachtige nummers op.
Haggren Gravlund, dat klinkt Scandinavisch. Daar is het weleens koud. En ze (Gustav Haggren en Peder Gravlund) gaan gaat niet over 1 nacht ijs (jeetje, die is slecht he). Leg uit. De afgelopen 17 jaar werkten ze samen aan een muzikale interpretatie van de prachtige gedichten van William Butler Yeats. Het resultaat: dubbel LP Horseman, Pass By. (23 november in de winkels). Daarop vinden we o.a. The Wild Swans at Coole. Een prachtig duet. Of niet?
Als het een beetje koud aanvoelt, door de wind in je gezicht of de motregen in je hart, dan is daar Teitur Magnússon. Een koele IJslander, met een stem zo zacht als gesmolten sneeuw. Onverstaanbaar natuurlijk, maar je voelt de warmte in zijn woorden. Orna is goedaardig en lief. Orna is een oktoberavond met een kopje thee en een dekentje op de bank.
Genoeg tenenkrommende beeldspraak, dat beloven we. Gesmolten sneeuw is natuurlijk gewoon water. Maar echt stoer gaat dit stukje niet worden. Dat is nu eenmaal zo. Orna is IJslands voor een beetje gezelligheid, cosiness, en dat in een diepe winter en bij een donkere lucht. Die wetenschap helpt alleen geen biet bij het ontcijferen van Teiturs tekst.
Komdu, ég skal orna þér við eldinn minn
Leggðu ennið að hjarta mér, horfðu inn
(Kom op, ik veeg je af met mijn vuur
Blijf mijn hart, kijk erin)
Say what? Maar wat Teitur ook wil zeggen: het klinkt verdomd goed. Het voelt goed. In ons litla hjartað.
Om met de deur in huis te vallen: Joe Kenkel heeft een erg relaxte stem. Althans, afgaande op liedje New Pen. En op FBP trouwens ook. En meer is er helaas niet om op af te gaan. Joe staat zoals dat heet aan het begin van zijn carrière. En die zijn we best wel eens vertrekken.
Misschien ook omdat Joe uit Nashville komt. Een Walhalla voor muzikanten, waar kwaliteit en talent altijd boven komt drijven. Inspiratie haalt hij overigens uit mannen als Jeff tweedy, Stephen Malkmus, Justin Townes Earle en Townes Van Zandt.
Tim The Lion Tamer, deed ons in eerste instantie meteen denken aan Tom The Lion. Maar qua muziek ligt het best wel wat uit elkaar. Tim gebruikt veelvuldig de elektrische gitaar, Tom doet het met een akoestische en zijn Ben Howard-achtige vocals. Of we noemen een Iron & Wine. Liedje Whistleblower volgt trouwens op een drie jaar durende stilte. We kunnen alleen maar hopen dat Tim in die tijd een plaat heeft geschreven en op gaat nemen.
Uit Denemarken komt de heel fijne sound van The Oceans. Een sound die multi-instrumentalisten Linus Valdemar en Dan Joe (de mannen achter de bandnaam) zelf omschrijven als “Noise Pop / Nu-Gaze / Pre Britpop”. En dat het werkt, maakt debuut EP I wel duidelijk. De plaat opent met een spannend instrumentaal nummer dat doet denken aan The Cure, poppie doorpakt met ‘My Copenhagen Love’, teruggrijpt op de 80’s met ‘We Really Miss You’, shoegazed met ‘She’, netjes scheurt met ‘You & Me’ en afsluit met het belachelijk catchy-achtige ‘Song To Molly‘. Kortom, 22 minuten meer dan well spend en een band voor op het lijstje “in de gaten blijven houden”.






