Gobsmag Posts

Italianen en lekkere muziek. Tenzij je into Pavarotti bent is het dun bezaaid. Ja, daar is die ene, die we vorig jaar benoemden: Luca Sapio. En wacht, Stiv Cantarelli & The Silent Strangers hadden we natuurlijk ook. Maar dan? Misschien is het nu leuk om te onthullen dat Trent Miller in Italië is geboren. Jawel! Tegenwoordig woont hij echter in London en wordt hij door velen de Pete Doherty of the Americana Movement genoemd. Italiaanser wordt het niet.

Daar wordt nog aan toegevoegd: “With his wistful acid-bite lyrics, mournful, chilling melodies and outlaw, renegade posture, a more suitable comparison might be that of Gram Parsons or Gene Clark.” En alsof dat nog niet genoeg is: “An original mix of gothic and avant-country” en “music for dancing on a grave.”

Je snapt het, onze interesse was gewekt. Wtf moesten we ons hier nou bij voorstellen? Maar na het draaien van single Lupita Dream On wisten we het. Pete Doherty, Gram Parsons en Gene Clark. Kudo’s ook voor de fraaie clip (zie hieronder).

Dit alles vinden we terug op het album Burnt Offerings. Een album dat je gewoon even moet luisteren, als is het maar vanwege de mengelmoes aan stijlen, invloeden en associaties. Maar nu eerst: Lupita Dream On!

Nieuwe muziek

Kans is aanwezig dat jij als muzikale indiana Jones de Finse band Satellite Stories al lang hebt ontdekt. Deze gasten zijn namelijk al een tijdje bezig en de vorig jaar verschenen plaat Pine Trails bevatte bevatte met Campfire en Australia (Don’t Ever Let Her Go) singletjes waarover ook in ons land (in beperkte kring) werd gesproken. En als we nog verder terug gaan, en laten we dat eens doen, herinneren de early-adopters onder ons zich natuurlijk de single waar het allemaal mee begon: Kids Aren’t Safe In The Metro, uit 2012, wat waren we nog jong en wat had ik nog een haar.

De band laat er geen gras overgroeien en 6 maart verschijnt er al weer een nieuwe plaat: Vagabonds. Vooruitgestuurde singles The Trap en Heartbeat (hieronder) noemen we in vakjargon kneiters van knoeperds. Als gerespecteerd muziekblog kunnen we je met enige voorkennis vertellen dat die twee stampers een goede indicatie zijn voor de algehele sound van dat aankomende album. Op de rustige afsluiter na, tellen we louter catchy klappers waar we belachelijk veel zin in de festivalzomer van krijgen.

Gelukkig kun je Satellite Stories al eerder live aan het werk zien: 5 maart staan ze in Amsterdam (kleine zaal Paradiso), 6 maart in Tilburg (O13) en 7 maart in Zwolle (Hedon). U bent bij deze getipt.


Nieuwe muziek

He gebeurt niet elke dag dat er vrouwelijke muzikanten op het scorebord verschijnen. Niet bewust, overigens. Vandaag daarom extra aandacht voor Frazey Ford. Je kent haar wellicht als een van de vrouwen achter The Be Good Tanyas. Eind 2014 verblijdde Frazey ons met een solo-plaat.

En op die soloplaat klinkt ze natuurlijk wat als The Be Good Tanyas, maar ook soulvol (geen wonder als je hem opneemt met bandleden van Al Green) en bij benadering een beetje als een van onze grootste heldinnen: Janis Joplin. De plaat staat vol met mooie liedjes. Wat te denken van Runnin’ en September Fields?

Onze favoriet is echter Done. Hieronder dan een uitstekende sessie die Frazey Ford onlangs opnam in Seattle, bij onze vrienden van KEXP. Wij zeggen: stop gedurende 4 minuut 59 waar je mee bezig bent en oogjes dicht.

Nieuwe muziek

In de nooit teleurstellende e-mailbox van Gobsmag vonden we een tip: “Hey Gobsmag – here’s a little something from across the pond for you- UK based band, Life in Film.” Wij luisteren en wat denk je? Get Closer is een topliedje.

Dan meteen maar wat research doen en erachter komen dat het liedje opgenomen met achter de knoppen niemand minder dan Stephen Street (bekend van z’n werk met The Smiths, Morrissey, Blur en nog meer top gitaarbands maar waarom zouden we die noemen als je deze drie al hebt gehad). Volle Gobsmag-aandacht in de pocket.

De buren van Interview Magazine zijn ook enthousiast en omschrijven de sound van Life In Film als volgt:

“Filled with upbeat, yet melancholic indie pop songs, the album merges influences that range from The Smiths and The Doors to Belle & Sebastian and David Bowie.”

Dat is fijne binnenkomer. Wij gooien graag ook nog moderne, maar even Britse, referenties als The Wombats, The Crookes en The Heartbreaks in de ring.

EP’tjes verschenen in 2012 (Needles & Pins) en 2014 (Life in Film), voorlopers van het in het voorjaar van 2015 uitkomende debuutalbum Here It Comes. En daar hebben we zin in.

Nieuwe muziek

Monophonics begon in 2005 als een instrumentale groep aan de Amerikaanse westkust. Dat was prima, maar de naam van de band nam pas een echte vlucht toen een aantal jaar later zanger Kelly Finnigan zijn toetrede nam. Inmiddels is de band een aantal albums verder en brachten ze nog geen tweee weken geleden een nieuwe single uit: Promises.

Dat is allemaal leuk en aardig, maar hoe klinken ze?? Bij de eerste tonen van de single waan je je in het hoofdkwartier van Daptone Records en verwachte je dat de doorleefde stem van Charles Bradley elk moment uit je speakers kan knallen. Pure soul? Neen. De typische west-coast vibe klinkt ook door de track en zo af en toe rockt het aardig. Psychedelische soul, wat ons betreft.

En wij zijn niet de enigen die enthousiast zijn. Wat te denken van Al Bell (producer en mede-eigenaar van het legendarische STAX-label): “One of the best live soul bands I have ever seen!”. Dichter bij het vuur kun je niet komen.

Nieuwe muziek

Dan Mangan is natuurlijk geen onbekende naam in muziekminnend Nederland. Wat te denken wat kneiters van knoeperds als Robots en The Indie Queens Are Waiting? Je hebt gelijk, allemaal best een tijdje geleden. Daarom is het dus goed nieuws dat er sinds twee weken een nieuwe plaat in de winkels ligt: Club Meds.

Kleine correctie: het album verschijnt officieel op naam van Dan Mangan + Blacksmith. Het is niet alleen een naamswijziging. De muziek verschuift ook wat van folkie ‘earworms’ naar een band-geluid en zelfs wat synths van tijd tot tijd. Even wennen in het begin, maar na 1 of 2 luisterbeurten ben je helemaal om, trust us.

Laten we dat illusteren aan de hand van de track ‘Vessel’. Een beetje in de stijl van Grizzly Bear, Brian Eno en Peter Gabriel. Juist, een tikkeltje anders dan je van deze sympathieke Canadees gewend bent. Wat we nog meer van harte aanbevelen zijn de tracks Offred en XVI.

Nieuwe muziek

Mooi verhaal: Tobias Jesso Jr. maakte een paar demo’s en stuurde ze op goed geluk naar Chet JR White, bassist en producer van het helaas inmiddels ter ziele gegane bandje Girls. White was onder de indruk en bood meteen aan meer liedjes met Tobias te doen. Later schoven ook Patrick Carney van The Black Keys en Ariel Rechtshaid (Vampire Weekend, Haim, Sky Ferreira) aan achter de knoppen bij de opnames van het debuutalbum dat vanaf 16 maart in de winkels ligt: Goon.

Twee maanden geleden verscheen in de vorm van Hollywood het eerste prachtige voorproefje van dat album en deze week kregen we het nog mooiere How Could You Babe voorgeschoteld. Beide liedjes zijn niet bepaald lichtvoetig, er komt nogal wat op je af. Tobias vertelt waar dat vandaan komt:

In 2008 I moved to LA to play backup bass for a Pop singer. That job didn’t work out, but I ended staying in LA for four years. I returned to North Vancouver because my mother had been diagnosed with cancer (she’s better now). I wrote most of the songs on my album Goon about my time spent in LA. It was a reflection that included, like the most popular of love clichés, a tough break up.

How Could You Babe gaat duidelijk over die scheiding, met een pijnlijk direct gezongen couplet als dit:

Well, have you lost your memories?
Did you wash ‘em down the drain?
And did you have some help deciding
To forget my name?

Om af te sluiten met de woorden van onze Engelse collega’s van The Guardian: “We couldn’t be more excited about his debut album.” 16 maart rennen naar de platenzaak.

Nieuwe muziek

Nooit meer in een eeuwigheid

Aan het minuscule eettafeltje, in het minuscule keukentje, prikte ik wezenloos tussen de lauwe rode bieten. Het was voorbij. Alweer. Het was voorbij en dat zag ik de avond ervoor, toen zij veel te lang danste met die jongen die naar een optreden van The Pogues was geweest. Dat wist ik want hij hield een concertposter in zijn hand. Sindsdien spraken we geen woord. Wat volgde was een laatste avondmaal.

“I see we’re similar
But I’ve never thought much about it”

Het waren 18 mooie maanden. Of misschien 17 dan, maar toch minstens 16. Dacht ik. Een paar weken later ontving ik een lange brief van haar, waarin al dat moois met verbetenheid werd gereduceerd tot een kwartaal. Het kwam niet meer goed. Never in a month of sundays. Maar wat ik erger vond; over die jongen met die poster geen enkel woord.

“I-I see we’re similar
But I can’t take it all from you
Unless you want me to”


(Month of Sundays is het wonderschone antwoord van Joseph Mount op een al dan niet bestaand liedje dat een ex-vriendin over hem schreef. “Someone once suggested that a song had been written about me by a disgruntled ex-girlfriend. I’m not sure if it’s true. But, if it is, this is my response to her and it.”)

Misschien wel het mooiste liedje van...